5 vragen aanRandstadRicardo KanselaarSponsorpartners

Ricardo Kanselaar

Wij stelden 5 vragen aan Ricardo Kanselaar, Senior Operationeel Manager Randstad Hospitality.

 

Horeca, evenementen, beurzen, pretparken… Alle sectoren waar Randstad Hospitality voor werkt, zijn hard getroffen door corona. Senior Operationeel Manager Ricardo Kanselaar “heeft wel leukere jaren meegemaakt”. Hij maakt er het beste van, samen met zijn uitgedunde team, en is er voor zijn trouwe klanten. “Samen moeten we deze moeilijke tijd doorkomen. En ons alvast voorbereiden op betere tijden. Want die komen heus, let maar op!”

 

1) Wat zijn de gevolgen van de coronacrisis voor Randstad Hospitaliy?

“We merken het Randstad-breed, maar vooral bij mijn afdeling: Hospitality. In maart gingen we helemaal plat. Al onze klanten moesten dicht. We bedienen in onze regio bedrijven van Rotterdam tot Tilburg… van Ahoy tot Diergaarde Blijdorp en van Hotel New York tot de Efteling. Ons team is meer dan gehalveerd: we waren met 26 koppen, nu nog maar twaalf. Een aantal contracten zijn niet verlengd, anderen konden elders binnen Randstad aan de slag.

In de zomer hebben we een opleving gehad. Het werd zelfs weer druk. Maar nu is het weer stil. Alleen de theaters en musea zijn nog wel open. Dat zijn onze lichtpuntjes op dit moment. We hebben ook wat mensen kunnen plaatsen in de thuiszorg en de detailhandel. Je moet creatief zijn. Zo hebben we ook een aantal cateringdames en -heren als gastvrouw en gastheer bij prikposten staan. Via onze collega’s van Randstad Zorg, waar ze het nu juist hartstikke druk hebben. ”

2) Wat doen jullie om in te spelen op de crisis?

“We houden vooral goed contact met onze opdrachtgevers en met onze flexwerkers. Om te weten wat er speelt, mee te denken en klaar te staan voor het moment dat de markt weer aantrekt. De connectie met klanten is sterk. We moeten deze moeilijke tijd samen zo goed mogelijk door zien te komen. We zijn er nu voor hen in slechte tijden, we hopen dat we straks ook weer samen mogen optrekken in goede tijden. Als corona voorbij is…”

3) De onzekerheid kan ook gunstig werken: huren bedrijven nu liever personeel in dan zelf mensen in dienst te nemen?

“Klopt. Ze zijn voorzichtig. Dat zag je al in aanloop naar de tweede lockdown. Ze kiezen nog meer dan voorheen voor flexibiliteit. Dat zou weleens blijvend kunnen zijn. Veel bedrijven denken nu na over hoe ze hun personeelsbehoefte voortaan inrichten. De meeste neigen naar een grotere flexibele schil. Zodat ze minder risico lopen en gemakkelijker kunnen afschalen. Bijvoorbeeld als er weer een pandemie komt.

We hebben daar ook al gesprekken over met opdrachtgevers: dat varieert van het uitbesteden van de planning tot het uitbesteden van het volledige horecabestand. Tot begin van dit jaar zag je juist een trend dat bedrijven meer wilden insourcen: meer personeel in vaste dienst. Nu beseffen ze dat ze toch een uitzendpartner nodig hebben. We hopen natuurlijk dat wij die partner mogen zijn. Dan is het heel fijn dat we binnen Randstad veel kennis hebben. Ook over heel andere zaken, zoals de mobiliteit van personeel.”

4) Heb je contact met andere partners van Rotterdam Topsport?

“Momenteel niet tijdens bijeenkomsten op evenementen en netwerkontbijten… Die zijn er immers helaas niet. Wel in rechtstreekse gesprekken; met sponsorpartners waarmee we al samenwerken, maar ook met andere. Niet met de insteek: ‘Hier zijn we, hoeveel uitzendkrachten mogen we leveren?’ Maar: ‘Hoe gaat het met jullie, kunnen we helpen? We zitten allemaal in hetzelfde schuitje en samen sta je sterker.’”

5) Welke rol speelt (top)sport op dit moment binnen jullie bedrijf, in je leven?

“We sporten niet structureel samen. Iedereen is wel sportief en vóór corona deden we soms wel samen een leuke activiteit. Zo zijn we eens gaan FloatFitten op uitnodiging van Sportbedrijf Rotterdam.

Zelf volleybal ik. In het eerste team van Volley Zuid. Jammer genoeg liggen de competitie en trainingen nu stil. En toen we nog wel mochten spelen, miste ik het dat je niet na afloop samen met je teamgenoten nog een biertje kon drinken. Maar ook daar komen we samen wel doorheen.”