Waterpolosters laten het afweten op moment dat het moet

TOKIO (ANP) - Al die jaren van voorbereiding in de bossen van Zeist hebben de Nederlandse waterpolosters niet het gewenste resultaat opgeleverd. Weliswaar haalde Oranje voor het eerst sinds 2008 weer de Olympische Spelen, maar de beoogde medaille bleef in Tokio buiten bereik. "We zijn behoorlijk met onze neus op de feiten gedrukt. En die zijn dat we voor deze wedstrijd gewoon niet goed genoeg waren", aldus Simone van de Kraats na de verloren kwartfinale tegen Hongarije (11-14).

De 20-jarige topschutter kan als enige terugkijken op een geslaagd toernooi, die voor Oranje ondanks de uitschakeling nog twee wedstrijden duurt. De duels om de plaatsen vijf tot en met acht zijn vooral een martelgang. "Die Hongaarsen speelden alsof hun leven ervan afhing, ze hadden schijt aan alles", zei Maud Megens. "Dat gevoel was er bij ons niet echt."

Bondscoach Arno Havenga zag zijn ploeg in Tokio vooral te veel doelpunten tegen krijgen. In verdedigend opzicht ging er nogal wat mis. Havenga wees meer dan eens naar keepster Debby Willemsz, die zich gedurende het toernooi niet kon onderscheiden. "Onze verdediging was niet zo gestructureerd als gebruikelijk. Normaal staat er dan een keepster om je erdoorheen te slepen. Maar die was dit toernooi ook niet op haar allerbest", zei Havenga. "We kregen hier gemiddeld dertien, veertien goals per wedstrijd tegen. Dat is te veel."

Geen schande

Megens nam het op voor Willemsz. "Het is ook moeilijk keepen met een verdediging voor je waar je niet altijd echt op kan vertrouwen", zei de aanvalster, die zelf ook minder dominant speelde dan normaal. "Hongarije heeft gewoon een goede ploeg en het is geen schande om daarvan te verliezen, maar wij waren als collectief niet goed genoeg."

Het 'jonkie' van de ploeg, Van de Kraats, analyseerde de uitschakeling als een routinier. "We wilden het hier iedere dag een stukje beter doen. Aanvallend ging dat goed, maar verdedigend schoten we duidelijk te kort, zeker in de manmeersituaties voor de tegenstander", zei de linkshandige aanvalster. "Ik wil het geen gatenkaas noemen, maar het kwam behoorlijk in de buurt. Vanaf de tribune zal het eruit gezien hebben alsof we zeiden: pak die bal en schiet 'm er maar in. Het was prijsschieten. Maar dat is helemaal niet hoe wij zijn. We hadden daar veel eerder in moeten schakelen. Ik vind het behoorlijk frustrerend om dat achteraf te moeten zeggen. Dat schakelen in een wedstrijd, of dat nou vanaf de kant gebeurt of in het water, dat moeten we veel strakker gaan doen. We hebben hier echt van onszelf verloren."