Arno Havenga, bondscoach Nederlandse waterpolodames: “Frisse start na bizar seizoen”

Corona gooide alles overhoop. Ook voor de Nederlandse waterpolosters. Die zijn nu nog steeds niet zeker van deelname aan de Olympische Spelen. Als alles goed gaat en de gevreesde tweede golf meevalt, is in januari alsnog het uitgestelde OKT in Triëst. Bondscoach Arno Havenga is er heilig van overtuigd dat zijn ploeg daar de laatste kans op kwalificatie grijpt.

Tekst: Martin Dekker
Foto's: Gertjan Kooij / Beeldboot


De Rotterdammer ondervond de gevolgen van het virus deze maand opeens van dichtbij. Hij moest er zijn deelname aan de Topsport Talk-uitzending van 23 juli door afzeggen. “Mijn vrouw was ziek geworden. Ze bleek achteraf geen corona te hebben, maar het protocol schrijft voor dat je in quarantaine gaat en je laat testen. Mark Smit, onze fysiotherapeut die altijd met me meerijdt, moest ook thuisblijven. Maar we zijn gelukkig allemaal gezond.”

De speelsters ook?
“Ja, op een gegeven moment waren er twee met een verkoudheidje. Die hebben we ook laten testen, maar beide uitkomsten waren negatief.”

Jullie hebben je nog niet geplaatst voor Tokyo. Dat moest in maart op het OKT in het Italiaanse Triëst gebeuren. Dat werd afgelast. Hoe ziet de route er nu uit?
“Het OKT staat nu gepland voor 14 tot en met 24 januari, weer in Triëst. Daar richten we ons op. In het besef dat er in deze tijd meer vragen dan antwoorden zijn. We moeten maar zien wat er tot die tijd gebeurt en of het überhaupt doorgaat. Het is zelfs nog de vraag of de Spelen wel door kunnen gaan… We richten ons wel op het OKT, maar houden ook rekening met andere scenario’s.

Ik ben heel tevreden hoe we de afgelopen maanden zijn doorgekomen. Vanaf het moment dat alles op slot ging, hebben we voor iedereen aangepaste trainingsschema’s gemaakt. Iedere ochtend hebben we gezamenlijk getraind, via Zoom. We mochten als eersten weer binnen sporten en zo hebben we elf weken lang met z’n allen getraind in Zeist. Iedereen heeft zich er goed doorheen geslagen en is hard en serieus blijven trainen. Terugkijkend zou ik niet heel veel anders hebben gedaan.”

Klopt het dat, anders dan in afgelopen jaar, het team niet de hele periode bij elkaar blijft?
“Dat is een bewuste keuze. Afgelopen jaar hadden we iedereen terug naar Nederland gehaald om ons gezamenlijk voor te bereiden op Tokyo. Dat bevalt altijd goed. Voor de teamvoorbereiding, maar ook voor fitheid van de speelster en medisch is het altijd goed geregeld bij ons.

Als we dat nóg een jaar zouden doen, is dat minder goed voor de beleving en de motivatie. Veel speelsters zitten bij topclubs in het buitenland; dat is een mooie uitdaging. We hebben hen de vrijheid gegeven zelf te kiezen. Uiteindelijk gaan vijf speelsters naar Barcelona, één gaat nu naar Amerika en twee anderen gaan na het Olympisch Kwalificatietoernooi ook naar Amerika om daar hun studie af te maken. Het gaat alles bij elkaar om minder dan de helft van het team.

Ik had wel een paar restricties: Zo moeten ze vanaf december ze weer beschikbaar zijn voor het Nederlands team, voor het OKT, en daarna vanaf mei ook weer, richting de Spelen.

Het moet uiteraard ook veilig zijn en goed zijn voor hun ontwikkeling. We hebben contact gehad met de clubs, met hun trainers en we hebben goede afspraken gemaakt.”

Eigenlijk hadden jullie nu in Tokyo moeten zijn…
“Ja, we zouden 14 juli vertrokken zijn. Nu hadden we vrijdag de 17e in Noordwijk de afsluiting van het bizarre seizoen. De speelsters zijn deze week vrij, daarna trainen ze drie weken zelf en dan pakken we 17 augustus de draad weer op. Dan start een fulltime-programma in Zeist, eerst twee weken nog met de hele selectie. De meiden die in Nederland blijven, gaan daarna ook bij hun clubs spelen – naast de trainingen met het Nederlands team. Vanaf december zijn we dan weer compleet om toe te werken naar het OKT.”

Hoe groot is de kans dat Nederland zich plaatst voor Tokyo?
“Lastig te zeggen. Er zijn nog twee plekken te vergeven. Er doen waarschijnlijk acht landen mee aan dat toernooi. Vier ervan zijn toplanden, waaronder wij. Die vier kunnen op de Spelen meedoen voor een medaille... Maar er blijven er twee thuis.

Het wordt gewoon heel spannend. Het zal voor ons gaan om de halve finale. Die moet je winnen en dan ben je gekwalificeerd. Die wedstrijd gaat waarschijnlijk tegen Hongarije of Griekenland.”

Op het EK lukte het afgelopen januari net niet. Is het jammer dat jullie die teleurstelling niet snel ongedaan konden maken door het uitstel van het OKT?
“Ja, in het begin wel. Al was het vervelender dat door corona onzeker was wat er verder zou gebeuren. Het zij zo, je verandert daar niets aan. Dan moet je er niet te veel energie aan verspillen. We zien het als een frisse start, met voor ons als voordeel dat we een aantal heel jonge speelsters in de selectie hebben die nog wat moeten rijpen en ervaring opdoen. Die krijgen nu de kans om zich verder te ontwikkelen. Zij kunnen wat extra’s brengen.”

ger1906175773.jpg

Eerder deze maand was de ploeg een dag in Rotterdam, op de Willem-Alexander Baan. Wat deden ze op de roeibaan?
“Ik was er zelf niet bij. Die dag was ik bij de uitvaart van Sonja Lagendijk (jarenlang de drijvende kracht als topsportcoördinator op het Thorbecke Voortgezet Onderwijs, red.). De meiden hebben daar een open water-training gedaan. We komen er 27 augustus weer. Dan doen we een challenge van open water.

We missen competitie nu er geen wedstrijden zijn; dus verzinnen we dat soort dingen. Ze moeten dan 5 kilometer zwemmen en onderweg een aantal keer op een target richten met een bal. En als ze missen, moeten ze een rondje extra zwemmen – net als bij biathlon. De speelsters en de staf leggen ook allemaal geld in en de eerste drie kunnen dat winnen. Het zal ze nog iets scherper maken om te willen winnen. Zo houden we toch een competitie-element in deze wedstrijdloze periode.”