Maak kennis met Artjom Kasparian

Artjom Kasparian was al op jonge leeftijd gefascineerd door de bokssport. Pas op 17-jarige leeftijd kreeg hij de kans de handschoen op te nemen. Inmiddels is hij fulltime amateursporter, jeugdtrainer en lid van de selectie van Rotterdam Boxing. In 2016 en 2017 werd hij Nederlands kampioen in de elite A-klasse tot 81 kilo. Zijn doel is deelnemen aan de Olympische Spelen van 2020 en daarna de beste profbokser van de wereld worden.

 

Geboren op 15 juni 1995, woonde Artjom maar kort in Rusland. Hij vluchtte op 4-jarige leeftijd met zijn ouders naar Nederland en woonde vervolgens acht jaar in verschillende asielzoekerscentra. Met 12 jaar kreeg het gezin een verblijfsvergunning en een woning in Nunspeet. Er was geen geld om naar de dichtstbijzijnde boksclub te reizen, maar op YouTube zag Artjom filmbeelden van boksers bij Van 't Hof in Rotterdam-Crooswijk. Dat sprak hem aan: een mooie trainingsruimte en een vereniging met een rijke historie. En - niet onbelangrijk - er werden wedstrijden gebokst. Met de verhuizing naar Zwijndrecht veranderde zijn leven en nu hij met z'n broer in Capelle aan den IJssel woont is zijn favoriete boksring nóg dichterbij.

Waarom koos je voor boksen?
"Als kind vond ik voetballen leuk. Maar ik wist al gauw dat boksen mijn ding was. Omdat het een vechtsport is en daardoor heel erg overeenkomt met het leven. Ik heb van jongsafaan voor alles moeten vechten. Nog steeds, maar nu zijn het periodes. Soms zit het mee, soms zit het tegen."

Hoe gedreven ben je?
"Daar zijn geen woorden voor. Veel mensen kunnen zich dat niet voorstellen, maar voor mij is het belangrijker dan het leven. Desnoods zou ik in de ring sterven. Ik heb geen andere doelen dan boksen. Niet alleen omdat ik het leuk vind, ik kan het niet tegenhouden. Het voelt alsof ik ervoor geprogrammeerd ben."

Wie of wat houdt je fanatiek of inspireert je?
"Ik heb niet echt iemand nodig daarvoor, ik motiveer mezelf. Boksen is het enige waar ik aan denk. Ik droom niet van een goede baan, van veel geld, of van mooie vrouwen. Het enige dat vóór het boksen gaat, is mijn familie."

Wat maakt jou tot een talent?
"Het is niet alleen een kwestie van een goede fysiek. Natuurlijk zijn snelheid, kracht en motoriek belangrijk bij boksen. Maar ik denk dat ik vooral mentaal sterk ben. Ik ben niet te stoppen. Ik geloof er voor honderd procent in dat ik de top ga bereiken. Eerst de Olympische Spelen en daarna alle titels die er in de profwereld te halen zijn. De beste bokser van de wereld zijn. Mohammed Ali zei: 'If your dreams don't scare you, they are not big enough'."

Mooiste prestatie?
"Er is niet één moment dat ik zo kan opnoemen. Ik ben tevreden over alle stappen die ik gezet heb, alles waardoor ik beter ben geworden. Het Nederlands kampioenschap was mooi, op het EK onder 22 jaar heb ik ook goed gepresteerd. Maar ik voel dat ik nog onderweg ben. De mooiste prestatie moet nog komen."

Grootste teleurstelling?
"Voor mij is elke wedstrijd die ik verlies een teleurstelling. Het doet pijn, alsof ik fijngeknepen word. Telkens weer heb ik tijd nodig om het te verwerken. Maar uiteindelijk kan ik vaak ook over een verliespartij tevreden zijn. Als ik ontwikkeling zie, is het positief."

Welke andere sport doe of volg je graag?
"Behalve boksen zou ik geen andere sport op wedstrijdniveau willen beoefenen. Als ik tijd heb, kijk ik soms naar voetbal, naar kickboksen, of naar Mixed Marterial Arts."

Wat vind je van Rotterdam als sportstad en wat is er bijzonder aan?
"Ik kan het niet goed met andere steden vergelijken, maar ervaar Rotterdam als een echte sportstad. Er wordt veel voor sport gedaan. Verder is het echt de mooiste stad van Nederland: goede infrastructuur, goede wegen, ruim, mooie plekjes aan de Maas, de bruggen… Alles is goed, het klopt hier. Het is ook een moderne stad, daar houd ik van."

Wat doe je en vind je belangrijk naast sport?
"Familie en vrienden zijn belangrijk, mensen om me heen die me steunen. Gelukkig zijn die er veel. Met vrienden en familie om mij heen kan ik me het best ontspannen. Sport zit bijna voortdurend in mijn gedachten. Ik lig soms uren wakker omdat ik een wedstrijd telkens opnieuw afspeel in mijn hoofd. Of ik droom over hoe het zal zijn als ik mijn doel heb bereikt."

Beschrijf jezelf in vijf woorden
"Aardig, ik heb een groot hart, eerlijk, principieel. Soms beloof ik mezelf, bijvoorbeeld, 's ochtends dat ik die dag de was ga doen. Als ik dan 's avonds moe thuis kom, moet ik van mijzelf die belofte beslist nakomen. Ik ben ook doelgericht, en bescheiden. Ik voel mezelf niet meer dan een ander. En ik kan niet tegen ongerechtigheid. Ik zou het heel erg vinden om tot winnaar te worden uitgeroepen terwijl ik zelf vind en weet dat dat niet terecht is."